Nicaragua, met zijn indrukwekkende vulkanen, uitgestrekte stranden, adembenemende natuur en vriendelijke bevolking, is hard op weg een populaire vakantiebestemming te worden. Omdat het land nog niet is ontdekt door het massatoerisme, heeft het een pure schoonheid en is het nog zeer betaalbaar.

Gelegen in Midden-Amerika en ongeveer vier keer zo groot als Nederland heeft het land een heftig verleden. In de jaren ’80 woedde er een burgeroorlog waardoor het regelmatig negatief in het nieuws kwam. Nicaragua is echter opgekrabbeld en heeft zeker de laatste 10 jaar een metamorfose doorgemaakt. Armoedige huizen maakten plaats voor hippe koffietentjes en gezellige restaurants. Veel koloniale gebouwen zijn opgeknapt waardoor hun verborgen schoonheid weer tevoorschijn is gekomen. En ook de natuur is spectaculair. Omdat Nicaragua op meerdere breuklijnen ligt, vind je er een keten van tientallen vulkanen, waarvan er maar liefst 19 actief zijn. Het Cocibolcameer is één van de grootste zoetwatermeren ter wereld en rondom de San Juan-rivier in het zuiden vind je prachtige regenwouden waar brulapen, toekans en andere exotische diersoorten de dienst uitmaken. Precies zoals Moeder Aarde het bedoeld heeft. Hoewel sommige gebieden in Nicaragua nog steeds heel arm zijn, staat het bekend als het veiligste land van Midden-Amerika. Het is dan ook niet verrassend dat het al enkele jaren in de top tien staat van beste reisbestemmingen ter wereld. In tegenstelling tot buurland Costa Rica is Nicaragua nog niet ontdekt door het massatoerisme. Het is daarom een ideale vakantiebestemming als je wilt genieten van koloniale stadjes, een ongerepte jungle, uitgestrekte stranden en indrukwekkende vulkanen, zonder busladingen toeristen tegen te komen. Bovendien is het een redelijk goedkope bestemming en is de bevolking uitermate vriendelijk en gastvrij.

Paradijselijke stranden

Nicaragua ligt tussen twee zeeën in: in het westen de Stille Oceaan en aan de oostkust de Caribische Zee. Of je nu wilt snorkelen in het azuurblauwe water van de Caraïben of surfen op de golven van de Stille Oceaan, de stranden van Nicaragua zijn allemaal even prachtig. Verwacht geen grote hotelketens; hier slaap je in een cabaña aan het strand en neem je een duik in de zee om wakker te worden. Op het Caribische eilandje Little Corn Island, dat bezaaid is met palmbomen, gezegend met witte stranden en in het noorden bedekt door een ondoordringbare jungle, waan je je Robinson Crusoe – maar dan mét een rum cola in je hand. Hier pluk je de mango’s zo uit de boom en eet je verse kreeft die zojuist is binnengebracht door de lokale vissers. Auto’s zijn verboden op het eiland, wat het helemaal relaxed maakt. Aan de kant van de Stille Oceaan ligt surfersparadijs San Juan del Sur. Hoewel dit plekje een stuk toeristischer is, hangt er een ongedwongen sfeer. Neem hier surfles bij één van de vele surfkampen of dans tot diep in de nacht op je blote voeten in het zand bij een strandbarretje waar vrolijke salsamuziek uit de speakers klinkt.

Koloniale stadjes

Zoals op zoveel plekken in deze regio, hebben de Spaanse veroveraars ook in Nicaragua hun sporen achtergelaten in de vorm van beeldschone, koloniale stadjes. Léon en Granada zijn de bekendste. Beide steden hebben hun eigen, authentieke charme, met geel of wit gekalkte kathedralen, kleine straatjes en mooie pleinen waar de lokale bevolking in de schaduw van de bomen verkoeling zoekt. Je logeert er in tot kleine hotels omgetoverde oude huizen met koele binnenplaatsen waar je urenlang in een schommelstoel kunt lezen. Eet voor weinig een snackje bij een eetstalletje of ga op chic in één van de exclusievere restaurants. En als je genoeg hebt van de gezellige drukte van de stad, is de natuur nooit ver weg. Vlakbij Léon ligt de pikzwarte Cerro Negro-vulkaan, waar je met grote snelheid naar beneden raast op een sandboard. Op een paar uur varen vanaf Granada ligt het eiland Omotepe, dat bestaat uit twee imposante vulkanen die naarmate je het eiland nadert als twee reuzen uit het Cocibolcameer rijzen. Waar je ook bent in Nicaragua, je kunt overal een lokale, vrolijk beschilderde bus nemen die je bijvoorbeeld naar de koffieplantages en nevelwouden in het noordoosten brengt of naar de mangrovebossen in het noordwesten. Iets minder goed bereikbaar, maar de lange tocht per bus en boot meer dan waard, is de Rio San Juan. Deze rivier stroomt door de regenwouden van het Indio Maiz-reservaat, dat een ongekende rijkdom aan planten en dieren heeft. Omdat hier nog weinig toerisme is, is het zaak je verblijf goed te plannen. Eén van de meest bijzondere plekken om te logeren is het diep in de jungle gelegen Basecamp Bartola: een eenvoudige, maar zeer goed verzorgde kampeerplek die wordt gerund door lokale families. Er zijn maar weinig bestemmingen op aarde die zo’n veelzijdigheid bieden en nog zo onontdekt zijn. En dat is precies wat dit land zo bijzonder maakt. Voordat je het weet, ben je ineens op een plek beland waar de rest van de wereld ver weg lijkt. Beklim vulkanen, sip van een cocktail op een verlaten strand of zwem onder een waterval middenin het regenwoud. Genoeg ingrediënten voor een onvergetelijke reis!