Rio de Janeiro, stad met vele gezichten
Deze maand staat de Braziliaanse stad Rio de Janeiro volledig in het teken van de Olympische Spelen. Er valt er nog veel meer te beleven in deze bruisende metropool, die niet voor niets La Maravilhosa (de prachtige stad) wordt genoemd.
Rio de Janeiro is een stad met vele gezichten. Letterlijk, want er wonen meer dan 6 miljoen mensen: een bonte mix van culturen en nationaliteiten, van arm en rijk. De inwoners worden ook wel Cariocas genoemd en hebben één ding gemeen: ze zijn levensgenieters. Of je nu arm of rijk bent, iedereen deelt een diepgewortelde passie voor de sambadans, het strand, carnaval en voetbal. De Cariocas leven zij aan zij. In het weekend spelen brutale straatjongetjes voetbal op het strand terwijl iets verderop een chique, oudere dame onder een palmboom aan een caiprinha nipt, dé nationale cocktail van Brazilië. De sloppenwijken die op de steile hellingen zijn gebouwd grenzen vaak aan de meest exclusieve wijken van de stad. Het is een eigenaardig contrast. Zo zijn er wel meer contrasten in Rio de Janeiro, want bijna nergens ter wereld zijn de stad en de natuur zo met elkaar vergroeid.
Groene oases
De ligging van Rio de Janeiro is ronduit spectaculair. Langs een strook hagelwitte stranden, afgewisseld met baaien en granieten rotsen in de meest bizarre vormen, ligt de stad gedrapeerd als een kleurrijk lappendeken. De beroemdste rots is de Suikerbroodberg: een kegelvormig stuk steen met een hoogte van bijna 400 meter waarop je een adembenemend uitzicht hebt. De top is te bereiken via een 1400 meter lange kabelbaan die al in 1912 werd aangelegd. Het is één van de bekendste attracties van de stad. Maar als je Rio de Janeiro zegt, dan is waarschijnlijk het eerste waar je aan moet denken het beroemde beeld van Christus de Verlosser, die met gestrekte armen over de bewoners waakt. Het Christusbeeld is 38 meter hoog en staat op een voetstuk van 8 meter. De afstand tussen de handen is 28 meter – het is gigantisch. Het beeld is te vinden op de 710 meter hoge Corcovadoberg, die middenin het Tijucawoud ligt. Dit deels met de hand aangelegde regenwoud bestrijkt een oppervlakte van 33 vierkante kilometer, waarmee het het grootste stedelijke natuurgebied ter wereld is. Je kunt er urenlang wandelen over de hobbelige weggetjes en zelfs zwemmen bij de watervallen om even af te koelen van de subtropische hitte. Een andere groene oase middenin de stad is de Botanische Tuin. Hier zijn de meest uiteenlopende flora en fauna te bewonderen, zoals vleesetende planten, exotische orchideeën, eeuwenoude palmbomen en een prachtige Japanse tuin. Vlinders en kolibries snoepen hier vrolijk van de bloemennectar terwijl kleine aapjes nieuwsgierig vanuit de bomen naar de bezoekers kijken. Al wandelend door het park kun je je bijna niet voorstellen dat je toch middenin een drukke, chaotische wereldstad bent.
At the copa, Copacabana
Een bezoekje aan de stranden van Copacabana en Ipanema zijn een must wanneer je in Rio bent. Copacabana is misschien wel het beroemdste strand ter wereld, mede dankzij de wereldhit van Barry Manilow uit de jaren zeventig. De strandboulevard wordt gekenmerkt door de bestrating: een mozaïek van golven in wit en zwart marmer. Het witte strand ligt aan een baai in de vorm van een halve maan. Ondanks de wat vergane glorie wemelt het er van de joggers, skaters, fietsers en toeristen, of het nu ‘s morgens vroeg is of ‘s avonds laat. Nog zo’n publiekstrekker is het strand van Ipanema – dat van dat andere bekende liedje: The Girl from Ipanema. Hier hangen gespierde bodybuilders aan de klimrekken en paraderen dames met hun geoliede lijven in minuscule bikini’s door het zand – de één wat strakker dan de ander, maar dat maakt hier allemaal niet uit. De zonsondergang is spectaculair. Niet voor niets zeggen de strandbezoekers de zon elke avond onder luid applaus gedag. Het is een hartverwarmend ritueel en toont maar weer eens wat een levensgenieters de inwoners van Rio de Janeiro zijn. Naast al die groene oases en de legendarische stranden is het bezoeken van de verschillende stadswijken ook een aanrader. Santa Teresa is een kleurrijk, koloniaal wijkje met allerlei leuke restaurants, barretjes en gezellige pleinen. Vroeger woonden hier de rijken, nu wordt de wijk bevolkt door kunstenaars en hippies. Sinds kort is het weer mogelijk Santa Teresa met een historisch trammetje te bezoeken – een avontuur op zich. Een andere wijk die niet gemist mag worden, is het bruisende Lapa. Het staat bekend om de trappen van Selaròn, een kunstwerk dat bestaat uit honderden mozaïektegels in alle kleuren van de regenboog. Het is een mooi symbool. Dus ook na alle sportieve prestaties op de Olympische Spelen mag je Rio de Janeiro niet missen!
Tekst: Ravianne van Vliet
