Luieren of losgaan in de Algarve
Een vlucht van amper drie uur is nodig om nu al verzekerd te zijn van een lekker zonnetje en een weekje op het zonovergoten strand te omarmen. Maar let wel: in de omgeving van het Portugese Sagres is meer te doen dan zonnestralen absorberen!
Een van de eerste dingen die je zal opvallen wanneer je met de huurwagen langs de westkust van de Algarve rijdt, is dat de aarde zich vanaf duizelingwekkende hoogtes in de oceaan stort. De afwisselend grijze en roestkleurige kliffen waarlangs de weg leidt, bereiken hoogtes van soms wel tientallen meters. En in de buurt van Cabo de São Vicente, het meest zuidwestelijke stukje vasteland van Europa, zelfs vijfenzeventig meter! Wanneer je voorzichtig schuifelend naar het randje van de afgrond loopt om ver beneden de metershoge golven met geweld tegen de rotsen te zien slaan, besef je dat het leven hier altijd door de grilligheid van de natuur en de weerbarstigheid van de watermassa is bepaald. Niet voor niets wordt het hier al sinds mensenheugenis het ‘einde van de wereld’ genoemd.
Verleidelijke knipoog
Wie zich liever veilig achter een muurtje verschuilt, doet er goed aan een bezoekje te brengen aan de vuurtoren van Cabo de São Vicente, op de plek waar ooit een Franciscaans klooster stond. Vanachter de hagelwitte muren is het panoramische uitzicht op de Atlantische Oceaan minstens zo mooi, grenzeloos en indrukwekkend en ondanks het gekletter van het water best ontspannend. De toren zelf is niet alle dagen voor het publiek geopend, maar de altijd surveillerende vuurtorenwachter is wel degelijk gevoelig voor een verleidelijke knipoog. Lukt het je toegang tot het 150 jaar oude en 24 meter hoge herkenningspunt te krijgen, volg dan wel zijn adviezen op: de goudkleurige koperen handgrepen en trapleuningen mogen onder geen enkel beding worden aangeraakt. Gebeurt dit tijdens het onhandige geklauter naar het hoogtepunt onverhoopt wél, dan haalt de gids meteen zijn poetslapje erbij om de oppervlakte met een bewonderenswaardige toewijding weer op te poetsen. Je zou er bijna misbruik van maken!
Jouw strand, mijn strand
De torenhoge kliffen van Algarve staan het niet toe overal je handdoekje uit te slaan. Toch zijn er in het rotsachtige kustgebied inhammen en stranden te vinden waar je van zonsopgang tot zonsondergang — die is hier adembenemend mooi — weg te dommelen bij het geraas van de golven. En omdat de natuur zich hier niets van aantrekt, is geen enkel strand hetzelfde. Een van de meest indrukwekkende stranden in de omgeving is zonder twijfel Beliche, waar je aan alle kanten wordt bekeken door tientallen meters hoge kliffen. Twintig kilometer naar het noorden vind je het beroemde, maar veel moeilijker bereikbare strand Murração. Hier duiken niet grillige rotsformaties de zee in, maar de met groene vegetatie bedekte duintoppen, hier en daar bewandeld door een verdwaald schaap. Een tikkeltje last van claustrofobie? Praia do Martinhal gaat met zijn eindeloze branding meer richting een Hollands strand. Alleen de golven zijn er groter, het water blauwer en het kwik, gelukkig, een stuk hoger.
Surfboys en -babes
In de wintermaanden zijn de Volks-wagenbusjes niet uit de Algarve weg te slaan. Overal langs de westkust zie je blonde koppies uit felgekleurde busjes en campers stappen, om niet veel later met een plank onder de arm richting de razende branding te sukkelen. Portugal in het algemeen, en de Algarve in het bijzonder, is een geliefde plek voor surfboys en surfbabes uit het hoge noorden, die vanwege de toenemende kou in eigen land hun heil in het zuiden zoeken. Door de continue aanvoer van golven in de winter zijn de surfplekken hier een stuk uitdagender en het water is met een gemiddelde temperatuur van ruim 18 graden een aangename afwisseling op de koude Noordzee. Maar zo eigenwijs de zee is, zo hoog kunnen ook zijn golven zijn. Op de surfspot Nazaré, net boven de Algarve, bouwt de oceaan zijn stortvloeden op tot hoogtes van ver in de twintig meter. Het is dan ook deze plek waar wereldrecords surfen verbroken worden.
In het zweet
Mocht het nou gebeuren dat je moe wordt van al dat luieren, huur dan eens een fiets. De routes langs de kust zijn zo verbluffend mooi, dat je energiepeil ondanks de inspanning tot op het laatste streepje wordt bijgevuld. Je kunt ervoor kiezen om bijvoorbeeld via de provinciale weg naar het fort van Hendrik de Zeevaarder te fietsen, waar in de eerste helft van de vijftiende eeuw de eerste stappen werden gezet om per schip de wereld te verkennen. Of naar de vuurtoren, waarvoor nog een paar extra kilometers moeten worden afgelegd. Vind je het asfalt niet spannend genoeg, dan is hobbelen met een mountainbike in de ruige en met geurende planten bedekte natuurparken — met hier en daar een zonaanbiddend slangetje op het ‘wegdek’ — ook een optie. De echte doorzetters komen aan hun trekken in Sagres, waar het vijfsterrenhotel Martinhal jaarlijks een triatlon organiseert. Hierbij wordt in de Atlantische Oceaan gezwommen, gefietst langs de meest zinderende plekken langs de kust en gelopen in het nationale park Costa Vicentina.
Heerlijk happen
In de Algarve hoef je niet te vragen wat de pot schaft, want met zoveel zee is het vis wat de klok slaat. In het haventje van Sagres, ooit gesticht door Hendrik de Zeevaarder, zie je dagelijks oude vissersmannen met purperen gezichten hun buit binnenbrengen, gadegeslagen door honderden hongerige meeuwen. De dagvangst verdwijnt diezelfde dag nog in de vitrines van de talloze visrestaurants in de omgeving, waar ze worden omgetoverd tot prachtige visschotels en boterzachte tonijntartaartjes. Puur genieten, dus!
Tekst: Dirk Wijnand