Kaapverdië is een topbestemming. Van zonaanbidders en surffanaten tot wandelaars en muziekliefhebbers: iedereen komt hier aan z’n trekken. En het mooie is: het is (nog) niet door het massatoerisme ontdekt.

 

 

Van de tien eilanden van deze archipel zijn er negen bewoond. Ze liggen, behoorlijk verspreid, op zo’n 500 kilometer van de westkust van Senegal. Het ontstaan ervan is gekoppeld aan een mythe: toen God na zeven dagen klaar was met het scheppen van de wereld, schudde hij zijn handen schoon. De overgebleven korreltjes vielen in de Atlantische oceaan: de Kaapverdische eilanden. Wie een goed beeld van het land en zijn gastvrije inwoners wil krijgen, kan niet slechts één eiland aandoen. Qua flora en fauna verschillen ze sterk. Zo is het ene groen en bergachtig, het andere bestaat slechts uit strand en woestijn. Eilandhoppen is, zowel per boot als per vliegtuig, relatief goedkoop en zeer veilig. Op Kaapverdië, door de inwoners Cabo Verde genoemd, zorgt men voor elkaar. ‘No stress’ lijkt het nationale motto te zijn. Waarschijnlijk komt het door het klimaat (het is er altijd een graad of 25, met een stevige oceaanwind en veel zonuren per dag) dat de gemiddelde Kaapverdiaan relaxed en gelukkig oogt. Zijn hartverwarmende gastvrijheid heeft in de Creoolse taal een uniek woord: morabeza.

 

 

De haven van Mindelo

Muziek is het grootste exportproduct dankzij Cesária Evora. Zij reisde tot aan haar dood de wereld over met het zingen van de melancholische morna. São Vicente is hét cultuureiland met z’n bruisende nachtleven en de opzwepende muziek in de stad Mindelo (tevens geboorteplaats van Cesaria). De haven van de voormalige hoofdstad was ooit belangrijk voor de bevoorrading van Engelse en Portugese stoomboten onderweg naar Amerika en Indië. De liefde voor eten, uitgaan en muziek is nooit verdwenen. Op iedere hoek van de straat klinkt muziek, speelt een orkestje de morna of de melodieuze, vrolijke coladera. Breng een bezoek aan de lokale groente- en fruitmarkt (mercado municipal) en de vismarkt (mercado de peixe). Strijk voor een lunch neer bij Clube Nautico; grote kans dat je hier buitenlandse zeelui ontmoet. Dat zullen waarschijnlijk de enige toeristen zijn die je tegenkomt want São Vicente is nog niet door het massatoerisme ontdekt. Wil je een paar dagen blijven? Overnacht dan in Beleza Monte, een charmant klein hotel met een aardige Nederlands-Kaapverdiaanse eigenaar. Aan het einde van de middag drink je een Strela (lokaal bier) in het populaire café Lisboa. Wie uitgekeken is op de stad kan met een bus of huurauto de rest van het eiland over. Rijd naar de top van Monte Verde, vanwaar je een panoramisch uitzicht hebt over de baai van Mindelo en het onbewoonde buureiland Santa Luzia. De noord- en oostkust bestaan uit grillig gestold lavagesteente waar een woeste oceaan z’n golven tegenaan slaat. In het noordoosten ligt het strand Baía das Gatas. Door de sterke zeewind is hier een langgerekt geel strand ontstaan waar in het weekend vele families uit Mindelo te vinden zijn.

 

 

Kodakmomentjes

Volgens insiders is Santo Antão het mooiste eiland van de archipel. Het is er verbazingwekkend groen. Op dit eiland kunnen wandelaars hun hart ophalen: volg urenlang de paden door en langs de beekjes. Je kijkt je ogen uit bij de bananen-, papaja- en kokosnotenboom-plantages. De weg die van de havenplaats Porto Novo naar Ribeira Grande leidt is één groot hoogtepunt. Met de auto valt zoveel moois te zien: steile bergwanden en diepe afgronden zorgen ervoor dat je regelmatig uitstapt voor een fotomomentje. Je kunt niet per vliegtuig op het eiland komen, maar een bezoek is makkelijk te combineren met een tripje naar São Vicente. Vanuit Mindelo vertrekt elke dag een veerboot naar Santo Antão, op slechts een uur varen. Eenmaal in Porto Novo neem je een busje naar Ribera Grande. Deze rit kost je maar vijf euro. Drink bij aankomst in de haven een bica (espresso) bij Kaffee & Co. Daar schenken ze niet alleen de beste koffie van het eiland, ze maken er ook graag lunchpakketjes voor je klaar.

 

 

Kristalhelder water

Op de eilanden Boa Vista en Sal is het maximaal genieten voor watersportliefhebbers en zonaanbidders. De eilanden, die dicht bij elkaar liggen, lijken op elkaar: lange, parelwitte stranden, kristalhelder water afgewisseld met droog woestijnlandschap en pittoreske dorpjes. Je kunt hier naar hartelust kitesurfen, duiken en jetskiën. Wie het liefst all-inclusive gaat, kan het hele jaar door uitstekend terecht in de resorts op de eilanden. Op Sal, het meest vlakke eiland, richt het toerisme zich op Santa Maria. Midden in het centrum, vlak aan de zee staat hotel Morabeza: een sfeervol onderkomen waar je in alle luxe kunt genieten. Het leven rond de lange pier staat centraal. Daar komen rond 11 uur ’s ochtends de vissers met hun vangst aan en de lokale vrouwen maken er de verse vis schoon. Huur op Sal een jeep voor een dag en bekijk de slaapstadjes Palmeira en Pedra de Lume. Het eiland is slechts 20 km lang en op sommige plaatsen maar 2 km breed, de afstanden zijn makkelijk te doen. Wacht tot het donker wordt en voeg je dan bij de locals in Club Panema of de Ocean Bar in Santa Maria. Hier kun je iedere avond genieten van livemuziek en een dansje wagen. Dat geldt overigens voor elke stad op Kaapverdië; muziek speelt een hoofdrol. Wie hier neerstrijkt kan niet stil blijven zitten, al ben je nog zo’n stijve hark.

 

 

Tips van persoonlijk reisassistent Daniélle

• Op het eiland Sal is een bezoek aan de zoutkrater Pedra de Lume zeker de moeite waard. De zoutbaden bij deze krater bevatten maar liefst 26 keer zoveel zout als zeewater. Tijdens een excursie krijg je de kans te drijven op het water.
• In februari viert men in de havenstad Mindelo Mardi Gras, carnaval, en tovert de stad om in allerlei kleuren. Erg leuk om mee te maken!

Kijk voor meer informatie over reizen naar Kaapverdië op D-reizen.nl, of ga langs bij een winkel van D-reizen in de buurt.

---

Tekst: Maaike Olde Olthof  Met dank aan Manuel en Cabo Verde Travel