Column Rob Goossens: ‘Wat zou Marc-Marie Huijbregts eigenlijk zijn zonder zijn stem?’
Mijn eerste herinnering aan een BN’er bleek jaren later een leugen. Als kersverse student, nieuw in Amsterdam, kocht ik in 2009 een bureaulamp bij ene Marian op Marktplaats. Niet iedereen had internet op zijn telefoon, ik in elk geval niet, en met uitgeschreven instructies op zak ging ik op pad om de lamp op te halen.
Terwijl ik door Amsterdam liep, ging de telefoon. Of ik er al bijna was, klonk het. Dat beaamde ik. Ik vertelde dat ik nét langs de Albert Cuypmarkt liep. De verontwaardiging aan de andere kant van de lijn was zo groot dat ik de spetters spuug door de telefoon heen kon voelen. “Maar dat is helemaal niet in de buurt!”, klonk het. “Laat dan maar zitten!”
Verbouwereerd stond ik met die telefoon in mijn hand. Niet alleen vanwege de afgeketste deal, maar ook omdat Marian zichzelf ineens had voorgesteld als Marc-Marie. Welke Marc-Marie dat was, viel eenvoudig te raden. Dat stemgeluid herkende ik immers uit duizenden van De Wereld Draait Door.
Zo vreemd vond ik het ook niet dat de man die jarenlang met een dweil op zijn kop had rondgelopen om de inhammen te verbergen, op Marktplaats zijn naam had aangepast. Als BN’er wil je bovendien uit alle macht voorkomen dat je afgedankte rommel een heuse sterrensafari in gang zet. Dus wist ik niet beter dan dat ik bijna een lamp had gekocht van Marc-Marie ‘Marian’ Huijbregts en woonde deze anekdote meer dan tien jaar lang in mijn hoofd.
Er is een klein probleem aan dit verhaal: het was Marc-Marie Huijbregts helemaal niet, zo drukte hij mij recent op het hart. Het definitieve bewijs viel dit najaar op de deurmat. Volgens zakenblad Quote bedraagt het vermogen van de talkshowhopper namelijk 5,7 miljoen euro. Wie zoveel geld heeft, wordt natuurlijk niet actief op een platform waar “wat is je laagste prijs?” en van de aardbodem verdwenen geïnteresseerden vechten om de oorkonde voor de Grootste Ergernis.
Door de onthulling van dat godsvermogen begon ik me wel iets nieuws af te vragen: wat doet iemand met zoveel geld nog steeds wekelijks in talkshows? Want met zo’n bankrekening zou ik al mijn haters waarschijnlijk heel vriendelijk de tering hebben gewenst en een mooi huis in Italië hebben gekocht.
Daar komt bij dat hij nou ook niet echt iets te melden heeft, ook al doet de titel van zijn podcast Marc-Marie en Isa Vinden Iets anders vermoeden. Maar sinds DWDD-gate weten we: iets vinden, dat doet hij alleen als het hem niets kost. Want toen zijn melkkoe Matthijs van Nieuwkerk in opspraak raakte, was de Brabander ineens zijn tong verloren.
Als iemands hypotheek in gevaar zou komen door zich uitspreken, kan ik nog wel enige sympathie opbrengen voor mensen die zwijgen. Niet iedereen kan een held zijn. Maar voor een babbelzieke multimiljonair die prompt niet meer thuis geeft als het een keer echt ergens over gaat, past maar één benaming. Dan ben je een eersteklas lafaard.
Eerder al had ik me over zijn houding verwonderd toen hij actrice Birgit Schuurman aanviel. De actrice had ooit onthuld dat ze niet op mannen valt met een stem als die van Marc-Marie, waarna hij woedend uitriep: ‘Ik ken haar helemaal niet. Laat me gewoon uit je fucking leven, Birgit Schuurman!’
En dat is toch gek. Hij kan wel piepen over onaardige mensen, maar wat zou Marc-Marie Huijbregts eigenlijk zijn zonder zijn stem? Een laffe winkelbediende in de grote stad? Misschien een laffe maar gewaardeerde regiomanager in het Brabantse midden- en kleinbedrijf? Of zou hij toch zijn cabaret-droom hebben nagejaagd om officieel uit te groeien tot de minst grappige én lafste komiek van Nederland?
Volgens mij is het juist door dat stemgeluid, waar we blijkbaar niks van mogen vinden, dat er altijd wel iemand in de zaal begint te grinniken. Lucht verplaatsen is alles dat de lafaard hoeft te doen om het publiek te vermaken. Koester dat, denk ik dan. Welbeschouwd krijgt hij er weliswaar Birgit Schuurman niet mee zijn bed in, maar heeft hij er wel 5,7 miljoen euro mee verdiend.
Eerlijk gezegd zou ik in zijn schoenen niet eens wéten hoe ik moest stampvoeten als iemand over mijn stem begon. Als het me al iets zou doen, zou ik simpelweg de dweil van mijn kop lachen.