Amber Brantsen over haar strijd tegen anorexia: ,,Ik werd depressief”
De nieuwslezeres van het NOS Journaal leed een lange tijd aan anorexia en depressiviteit. Amber Brantsen (30) schreef een boek over deze donkere periode in haar leven: ,,Je glijdt af, zonder dat je het doorhebt”.
Eenzaamheid
Eenzaamheid is iets wat Amber heel goed kent. Ze bracht avonden in haar eentje door op haar studentenkamer. Amber ging op haar achttiende al uit huis vertelde zij in een interview met het AD:
,,In Amsterdam. Ik wilde op kamers en vol van het studentenleven genieten. Dat hoorde zo. Via een vriendin van mijn moeder kwam ik in Duivendrecht. Niet echt een studentencomplex, niet echt the place to be, maar hey, ik moest dankbaar zijn. Dit moest slagen, dit moest leuk zijn. Ik was zo perfectionistisch ingesteld. Ik denk dat velen de overgang van middelbare school naar het studentenleven onderschatten, zeker als je niet zo’n uitgaanstype bent.”.
Amber zakte steeds verder af: ,,Maar de ergste eenzaamheid is als je onder de mensen bent. Dat iedereen doorgaat met leven, terwijl jij voor je gevoel staat te schreeuwen en dat niemand het opmerkt. Ik heb dat vaak gedacht als ik in de metro zat, terug naar huis. ‘Hallo, het gaat mis met mij, zien jullie dat niet?’ En dat iedereen gewoon op z’n telefoon zat. Dat is echt eenzaamheid.”
Anorexia
Amber snakte naar een manier om zich beter te voelen en greep naar het troosteten: ,,Het werd steeds donkerder, grauwer. Je glijdt af, zonder dat je het doorhebt. Om je staande te houden zoek je iets. Bij een ander is dat alcohol, gamen of drugs. Bij mij was dat eten. Troosteten. Snoep, cake, koekjes. Dat ging mij helpen om me beter te voelen, dacht ik. Natuurlijk weet je op een gegeven moment dat het foute boel is, maar je schaamt je. Je komt aan en vrienden zeggen tijdens het kerstdiner: doet je goed hè dat studentenleven met dat drinken, bitterballen en pizza’.”
Breekpunt
Het breekpunt kwam toen Amber niet meer in staat was een presentatie te doen voor haar studie. Ze stopte toen met studeren en zegde haar banen op:
,,Ik was uitgeput. Zo ver in die eetstoornis en die depressie. Ik heb mijn bijbanen opgezegd. Was notulist bij de NPO. En tussen de middag nam ik de telefoon op bij de KRO.” Zij vertelt openhartig dat eten voor haar ‘eng’ geworden was: . ,,Een bord pasta zag ik als vergif. Natuurlijk zag mijn moeder het. De broek zakte af. Eenmaal thuis ging ik met mijn moeder naar de huisarts. Daar werd het hardop gezegd. Eetstoornis, anorexia.”
Kliniek uitgestuurd
Amber liet zich opnemen in een kliniek, die achteraf meer heeft geschaad dan gebaat:
,, Het was totaal niet de omgeving die ik nodig had. Iedereen zat te kloten. Je nam elkaars slechte eetgewoontes over. Even een lepel doperwten laten vallen… Maar ook het behandeltraject, die was voor iedereen hetzelfde. Een psycholoog zei tegen me: Wat heb je nodig? Per week kregen we een één op één-gesprek. ‘Ik zou een tweede wel prettig vinden’, vroeg ik. ‘Gaan we doen’, zei ze in eerste instantie, maar later kwam ze daarop terug.” Na een periode van drie weken werd Amber de kliniek uitgestuurd omdat ze niet kon laten zien dat haar gewicht was toegenomen. Ze besloot niet meer terug te gaan: ,,Dit was niet de plek, waar ik moest zijn.”
Het boek
Een moedige stap in haar jarenlange strijd tegen depressiviteit en een eetstoornis: Amber besloot om een boek te schrijven. Ze hoopt hiermee anderen die in eenzelfde soort situatie zitten te helpen: ,,Dan is out in the open en hoop ik dat mensen hier mee kan helpen. Dat ze de moed vinden om er zelf over te praten, want echt waar, dat helpt.”