Zoontje (15) Femke Halsema rent met nepwapen door hoofdstad
De 15-jarige puberzoon van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, brengt zijn moeder in grote verlegenheid door in juli een verlaten woonboot met een nepwapen te betreden en daarna weg te rennen. Langs de vluchtroute van het zoontje van Halsema en zijn vriend in Amsterdam-Oost is destijds een alarmpistool gevonden.
Halsema en haar levenspartner Robert Oeij zijn de ouders van een tweeling, een jongen en een meisje. Het incident komt de GroenLinks-politica zeer slecht uit. De hoofdstad gaat gebukt onder geweld, waarover de gemeenteraad uitegerekend dezer dagen met haar over in debat wil gaan.
Klieren
Halsema houdt het op kliergedrag van haar zoontje: ,,Mijn zoon heeft geen gewapende inbraak gepleegd. Mijn zoon had een verboden nepwapen bij zich waarmee hij selfies maakte en was met vriendjes zich aan het vervelen en aan het klieren. Zij vonden een verwaarloosde en verlaten woonboot, waar zij naar binnen zijn gegaan. Daar vonden zij oude brandblussers die zij naar buiten hebben gesleept en leeg hebben gespoten. Politie is op de overlast af gekomen, mijn zoon is gaan rennen, heeft paniekerig het nepwapen weggegooid, is toen alsnog gestopt en ingerekend.”
Volgens de burgemeester, die woedend is over de publikatie in De Telegraaf omdat het de privacy van haar zoontje aantast, ontkent dat er sprake is van een ‘gewapende inbraak’ en ook dat ze de zaak in de doofpot heeft willen stoppen.
Brief
Halsema in een brief aan de Amsterdammers:
,,Er is sprake van een privékwestie, van een jongen van vijftien jaar wiens gegevens in vergelijkbare zaken nooit openbaar zouden zijn gemaakt. Waarbij de politie ambtsgeheim heeft en journalisten er bij andere, minderjarige Amsterdamse jongens zonder strafblad niet over zouden piekeren om hun gegevens zo op straat te gooien.”
,,Vanaf vandaag weet iedereen wat hij heeft gedaan. Vriendjes, familie, leraren. Voordat er een rechterlijk oordeel is geveld heeft De Telegraaf hem op de voorpagina veroordeeld voor een delict dat hij niet heeft gepleegd.”
,,Ik verdien het elke dag gecontroleerd te worden en ter verantwoording te worden geroepen. Dat hoort bij mijn ambt. Mijn zoon is een gewone Amsterdamse jongen die inderdaad een fout heeft begaan die hij moet herstellen. Hij verdient geen extra publieke straf, alleen omdat hij mijn zoon is.”