Wesley wil Yolanthe terug: ‘Ze is nog steeds mijn vrouw’
Het is de grootste wens van Wesley Sneijder: hij wil niets liever dan dat Yolanthe hem weer in de armen sluit. Volgens de voetballer zit er nog genoeg liefde tussen de twee, en is de scheiding nog steeds niet rond. De deur staat dus nog open naar een liefdes-rendez-vous. ,,Dat is mijn grootste doel…”
Het is alweer bijna twee jaar geleden dat Yolanthe een punt zette achter haar relatie met de voetballer. Al gauw bleek dat Wesley de fout helemaal bij zichzelf zocht. In zijn biografie geeft hij zichzelf openlijk de schuld van de relatiebreuk. ,,Het ging mis. Door mij”, schreef Wesley. ,,Er waren feesten en partijen, wanneer Yolanthe er niet was, met vrienden, foute vrienden, met vrouwen en drank.”
Volgens Volgens Wesley ging het geregeld ‘mis’, maar één ding weet hij zeker. ,,Mijn hart was altijd bij Yo.”
Hoop
Wesley hoopt nog steeds dat het goed komt tussen hem en de moeder van zijn kind. ,,Ik hoop nog steeds dat er een dag komt dat we net als vroeger kunnen leven. De tijd zal het leren”, vertelt hij aan Privé.
Volgens Wesley staat er nog een deurtje open naar een eventuele verzoening van de exen. ,,Het boek is nog niet officieel gesloten. Yolanthe is nog steeds mijn vrouw. Zo voel ik dat ook echt. Op papier zijn we nog steeds niet gescheiden, we zijn dus nog gewoon getrouwd.”
Ondanks de coronacrisis ziet hij Yolanthe nog regelmatig. Wesley laat weten te genieten van hun tijd samen. ,,We zien elkaar vaak en dat zijn heerlijke momenten. Van beide kanten is er nog liefde.”
Samenwonen
Voor Wesley is het duidelijk: hij wil Yolanthe koste wat het kost terug. De oud-Oranje speler noemt het zijn ‘doel’ om het vuur weer aan te wakkeren tussen hem en Yolanthe.
,,Hopelijk komt die dag er dat we weer samen onder één dak wonen. Dat is mijn grootste doel. We weten zelf hoe het zit.”
Toch moet de situatie voorzichtig aangepakt worden, aldus Wesley.
,,Dat kun je nooit voorspellen. Uitsluiten doe ik het niet, maar we wachten het af. We gaan super goed met elkaar, dat is een feit, maar je moet niets forceren.”
LEES OOK: