‘Trap na voor prinses Laurentien’
Voormalig Kamervoorzitter Frans Weisglas vindt dat prinses Laurentien nog een trap na krijgt van de krant NRC. Nadat de vrouw van prins Constantijn eerder was beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag op basis van anonieme verklaringen van ambtenaren van het ministerie van Financien wordt er vandaag nog een schep bovenop gedaan.
Dat is volledig in het verkeerde keelgat geschoten van VVD’er Weisglas, die zijn bezwaren wereldkundig maakte via X nadat onderzoeksverslaggevers hun verhaal met de nodige trotsheid aanprijsden.
,,Wees er maar trots op, nadat #Laurentien is terug getreden als Stichtingsvoorzitter (na artikel met anonieme ambtenaren in trappen jullie nog een keer na, wederom met alleen maar anonieme bronnen. En @NOS @nosnieuws neemt ‘t gretig over”, aldus Weisglas.
Al eerder problemen
Uit het verhaal blijkt dat het werk van prinses Laurentien, die inmiddels is teruggetreden als voorvrouw van de stichting die zich beijvert voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire, al eerder tot problemen leidde. Dat zorgde er bijvoorbeeld voor dat voormalig staatssecretaris van Huffelen besloot dat er nog maar twee ambtenaren rechtstreeks met Laurentien contact mochten hebben.
‘Zo ontstond onenigheid over wie het voortouw moest nemen in de communicatie met de buitenwereld: Laurentien of het ministerie. De prinses eiste ook een grote rol op bij de inhoudelijke invulling van de kindregeling, bijvoorbeeld over de hoogte van de schadevergoedingen die de overheid zou moeten uitkeren’, aldus de NRC.
Tegen schenen schoppen
Laurentien schopte tegen schenen om het proces van afhandelen te versnellen. De prinses werd verweten dat ze de contacten met het zogeheten kindpanel wilde monopoliseren.
Vanuit de stichting worden de verwijten tegengesproken. „We herkennen de door NRC geschetste situatie niet. Wel willen we aangeven dat de kinderen en jongeren uit het kindpanel, waar later ook de kindregeling uit is voortgekomen (unaniem aangenomen door de Kamer overigens), in eerste instantie lijnrecht tegenover de overheid stonden en er geen enkel vertrouwen was in een oplossing bij deze groep.”