Musea vaker doelwit van rovers
DEN HAAG (ANP) – Door de jaren heen is ons land vaker opgeschrikt door diefstallen uit musea. Niet altijd zijn de kunstwerken weer opgespoord.
Zo was er op 28 juni 2022 op klaarlichte dag een gewelddadige juwelendiefstal tijdens de kunstbeurs TEFAF in Maastricht. Vier mannen, gekleed in pak, sloegen voor de ogen van bezoekers met hamers de vitrines kapot in de stand van de Londense juwelier Symbolic & Chase. Met een hoeveelheid sieraden, waaronder een peperduur halssnoer, gingen de mannen ervandoor.
Uit een kunstgalerie in Oisterwijk (Noord-Brabant) verdwenen in november vorig jaar twee Warhols. Aan de diefstal ging een enorme explosie vooraf. Dieven sloegen het glas van de lijsten en rukten de zeefdrukken eruit.
Frans Hals
Op 30 maart 2020 werd in museum Singer Laren het schilderij Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar van Vincent van Gogh buitgemaakt.
Vijf maanden later, op 26 augustus, verdween het doek Twee lachende jongens van Frans Hals bij Museum Hofje van Mevrouw van Aerden in Leerdam.
Onklaar
Het Zaans Museum werd in 2021 doelwit van een kunstroof waarbij dieven het werk De Voorzaan en de Westerhem van Claude Monet op het oog hadden. Een man haalde overdag het werk van de muur, rende naar buiten en wilde wegrijden met een handlanger op een scooter. Die loste enkele schoten op omstanders. Het kostbare werk werd afgepakt en in veiligheid gebracht.
Dieven namen in januari 2005 op een nacht tientallen kunstwerken mee uit het Westfries Museum in Hoorn (Noord-Holland). Vitrines werden ingeslagen en glazen deuren vernield. Ook werd het alarmsysteem onklaar gemaakt.
Kröller-Müllermuseum
In 1991 werden twintig werken uit het Amsterdamse Van Gogh Museum gestolen. Deze kunstwerken werden enkele uren later in een verlaten gestolen auto teruggevonden.
Eind 1988 verdwenen drie Van Goghs (samen 125 miljoen euro waard) uit het Kröller-Müllermuseum in Otterlo. Ook deze werken zijn teruggevonden.
ANP