Maxime Meiland laat stichting voor arme kinderen in de steek: ‘Niets meer gehoord’
Maxime Meiland zette zich tijdens de opnames van Chateau Bijstand in voor Stichting Babyspullen. De afspraak was dat ze dit ook buiten de camera’s zou blijven doen. Helaas heeft de stichting nooit meer iets van Maxime vernomen.
De Meilandjes verbleven vorig jaar in Chateau Bijstand een maand lang in een rijtjeshuis in Uithoorn, waar ze moesten leven op bijstandsniveau. Tijdens de opnames was te zien hoe de familie zich daarnaast inzette voor goede doelen, waaronder Stichting Babyspullen. Die stichting heeft als doel de gevolgen van armoede voor jonge kinderen en baby’s te verminderen.
Stichting Babyspullen
Maxime, die zelf twee dochtertjes heeft, wilde zich graag inzetten voor de stichting. Er werd afgesproken dat ze zich ook buiten het zicht van de camera’s zou inzetten voor de stichting. Zo werd er bij de woning van Maxime een speciale kledinginzamelcontainer geplaatst waar mensen kleding konden inleveren om zo arme gezinnen te helpen.
Maxime komt afspraak niet na
Volgens Mary Kearney, algemeen directeur Stichting Babyspullen, werd er daarnaast afgesproken dat Maxime ambassadeur zou worden van de stichting. Maar helaas: Maxime is die afspraak niet nagekomen. ,,Korte tijd heeft ze een inzamelcontainer van ons gehad. De activiteiten die daarbij hoorden, bleken niet te passen, dus dat is vrij snel gestopt”, vertelt Mary in gesprek met weekblad Story. ,,De familie is inderdaad verder niet bij ons betrokken.”
Chateau Bijstand
Hoewel er in de periode rondom de uitzending van Chateau Bijstand veel hulpverleners zich hebben geregistreerd, heeft het noemen van de stichting in het programma weinig geholpen. ,,Deze periode viel echter ook samen met het begin van de oorlog in Oekraïne en de toenemende inflatie, waarmee meer mensen in Nederland het financieel zwaar kregen”, legt Mary uit. ,,Naar verwachting heeft het op het gebied van naamsbekendheid het meeste gedaan. Qua donaties is er geen verschil ten opzichte van de jaren 2021 en 2023. In dat opzicht heeft het niet veel gedaan.”