Máxima ziet Oranje Fonds verbanden leggen

DOORN – Kinderen moeten zelf om hulp vragen, dat is beter dan wanneer anderen dat voor hen doen. ,,In hun schoenen gaan staan”, zoals koningin Máxima het vrijdagmorgen formuleerde tijdens een bezoek aan een bijeenkomst van het programma Meer Kansen Voor Jongeren van het Oranje Fonds.

In de rustieke omgeving van Kaap Doorn waren vertegenwoordigers van 21 organisaties uit heel Nederland – van Brunssum tot Burgum – bijeengekomen om kennis, ervaring, ideeën en inspiratie op te doen in kringgesprekken, discussies, en lezingen. De aanwezigheid van koningin Máxima was pas kort voor haar aankomst verklapt zodat niemand tijd had zich zenuwachtig te maken over haar deelname aan gesprekken.

De koningin, met haar man beschermpaar van het Oranje Fonds, kwam in de eerste plaats om te luisteren. Maar er werden ook regelmatig aantekeningen gemaakt, en waar mogelijk eigen inzichten gedeeld. Bijna zestien jaar werk met het Fonds heeft van de koningin ook een deskundige gemaakt. Zeker op het terrein van het betrekken van jongeren bij de samenleving, waarvoor het Fonds eerder al het programma Kansen voor Jongeren had.

Kansen

In een uur tijd kon er met 21 vertegenwoordigers maar heel kort worden gesproken, maar toch ontsponnen zich een aantal geanimeerde gesprekken waarbij het doel bij de tweedaagse bijeenkomst in de Utrechter bossen goed naar voren kwam: van elkaar leren onder het mom van ‘kennismaking en uitwisseling’. ,,Ik heb al vijf bladen vol geschreven”, wees een deelneemster de koningin op haar flinke kladblok.

Juist die kennis-en ervaringsuitwisseling is belangrijk in het versplinterde landschap van de Nederlandse welzijnszorg, waar elke wijk en gemeente wel zijn eigen ideeën, projecten en initiatieven heeft. Die zijn vaak lokaal gebonden en niet noodzakelijk ook landelijk uitrolbaar, maar door met elkaar te praten kunnen wel dwars verbanden worden gelegd. Dat is ook het uitgangspunt van het Oranje Fonds, die de lokale initiatieven graag wil versterken.

Actief

Zo leerden met probleemjongeren werkende deelnemers uit Groningen, Limburg en Friesland dat ze veel gemeen hadden. ,,Jongeren willen misschien wel worden geholpen, maar ze willen niet terug naar school dus moeten we met andere oplossingen en programma’s komen”, zo vertelde de vertegenwoordiger van Nextstep Perron 045. Máxima was al eens op werkbezoek geweest bij de organisatie in Brunssum, en was blij dat deze nog steeds actief was. ,,Maar nu verbreden we ons doel en zoeken we niet alleen naar een startkwalificatie voor jongeren, maar ook naar werk.”

Van de 2,3 miljoen jongeren tussen 16 en 27 jaar heeft zo’n vijftien procent een steuntje in de rug nodig, om wat voor reden dan ook omdat ze kwetsbaar zijn, een achterstand of problemen hebben. Op hen richten de door het Oranje Fonds gesteunde projecten zich.

BUZZR