Column van Maaike: Fileleed

Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op WhatsApp
Ditjes en Datjes

 

Fileleed

Ik ben wel wat gewend qua woon-en werkverkeer maar het stilstaan in deze file duurt nu wel heel lang. Het scheelt dat ik op de terugweg ben en nergens verwacht wordt. De motoren van de auto’s gaan allemaal uit. De ergernis begint te borrelen. Na een half uur stappen er mensen uit. Ik ook. Nu heb ik ontzettend zin in een glas wijn en een peuk. Ik ben al maanden gestopt en het gaat me redelijk goed af. Maar op momenten als deze snak ik naar nicotine. In de berm staan wat mensen te kletsen. Als ik tegen mijn Citroëntje aanleun hoor ik ineens. “Ach we kenne maar bete van de zon genieten, toch?” Hij is groot, robuust en imponerend. Zijn Amsterdamse accent ontwapenend, zijn lach is lief. Het is de vrachtwagenchauffeur die zojuist nog achter me stond.  

Ik lach en zeg sarcastisch: “Ja, echt heerlijk dit.  

Chagrijnig zijn heeft niet zoveel zin nu.” 

Oh, meneer is een relaxte filerijder. Toch raken we in gesprek. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij een beetje aan het flirten is. Na een paar minuten pakt hij een pakje Marlboro uit z’n achterzak. Hij biedt me een sigaret aan.  

“Nee, dank je. Al heb ik er wel enorm veel zin in”, geef ik toe. “Ik ben net een paar maanden gestopt.” 

“Ach, van eentje ga je niet dood.” Precies op dat moment zie ik de mensen haastig in hun auto’s schieten. Er begint plotseling overal vaart in te komen.  

De chauffeur die neemt snel een hijs en zegt gedag. 

Wat een goede timing. 


Dat vind ik leuk 

Met een noodvaart ga ik onderuit. Daar lig ik dan, midden op het stadsplein. Ik word meteen overeind geholpen door een ouderlijk echtpaar en terwijl ik de viezigheid van mijn broek veeg, komt de man van het marktkraampje ook naar me toe gesneld. 

“Wat een idioot zeg!” De jongen die me zojuist met zijn scooter aanreed is er heel snel vandoor gegaan. “Ja,” zegt de vrouw, “die heeft vast iets gejat. Hij reed veel te hard. Het is hier voetgangersgebied!” Ik ben ongedeerd maar ik ben best geschrokken. Ik bedank het ouderlijk echtpaar dat aanstalten maakt door te lopen. De marktman blijft nog even naast me staan. “Mevrouw, wat is uw lievelingsbloem?” Ik lach. “Ranonkels, die vind ik prachtig.” 

Hij lacht ook. “Dat zijn ze ook. Ranonkels heb ik pas weer in de lente.”  

Hij pakt een veldboeket uit een van zijn emmers en zegt: “Voor u, kunt u thuis een beetje bijkomen.” 

Tags

COLUMN VAN MAAIKE

Lees verder

Mis geen enkele winactie!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Facebook Twitter

DenD Partners

  • Dirk
  • Brookland
  • LAM jouw museum
  • Dirck