Bassie en Adriaan genieten steeds meer van kleine dingen

De broers Bas en Aad van Toor treden al jaren niet meer op, en de laatste nieuwe tv-serie werd begin jaren negentig uitgezonden. Maar toch zijn hun alter ego’s Bassie en Adriaan nog onverminderd populair; binnenkort vormt een expositie in Museum Vlaardingen een nieuw hoogtepunt in hun zestigjarige carrière. Dagelijks worden Bas en Aad op straat nog herinnerd aan hun gloriejaren als clown en acrobaat.

“Ik word elke dag wel een paar keer aangeschoten”, vertelt Adriaan van Toor. “Voor een lieve opmerking of een selfie. En ook op reis is het vaak raak; laatst werd ik op het vliegveld nog getackeld door een hockeyteam uit Barendrecht. Je mag jezelf als 77-jarige toch gelukkig prijzen om op de foto te mogen met zo’n grote groep prachtige meisjes.”

Ook digitaal weten de fans de oud-acrobaat nog steeds zonder problemen te vinden. Hij pakt zijn smartphone erbij en toont een aantal mails die hij de afgelopen dagen binnenkreeg; fans delen hele reisverslagen waarop zij recent plekken hebben aangedaan die voorkwamen in de reis-avonturen die Bassie en Adriaan drie decennia geleden beleefden. “Al die doorlopende aandacht is één van de redenen waarom ik nog steeds elke dag vrolijk wakker word”, beklemtoont Van Toor. “Als je een leven hebt gehad zoals mijn broer en ik, dan is er eigenlijk niets waar je je aan hoeft te ergeren.”

Kwalen

Natuurlijk zijn er kwalen; het afgelopen jaar moest Aad onder het mes vanwege een aderverstopping in zijn hart en recent brak hij bij een val zijn pols. Zijn broer Bas (inmiddels 84) bevond zich het afgelopen jaar meer in ziekenhuizen dan daarbuiten. “Oud worden is niet de prettigste bezigheid”, mijmert Aad. “Maar zolang je nog dingen kan bedenken om te doen, is het goed dragelijk te houden. De beste tip kreeg ik toen ik de kankerbehandeling onderging: laat de dood niet de laatste dagen van je leven verpesten. Die dag komt echt wel een keer, of je je er nou druk over maakt of niet. Geniet op deze leeftijd van elke mooie dag die je nog mee mag maken, geniet van de kleine dingen.”

Het samenstellen van de overzichtsexpositie, die komende zomer in het Vlaardings Museum wordt geopend, heeft de broers gedwongen op hun eigen leven en carrière terug te kijken. Aad van Toor vindt het lastig zich te wagen aan een voorspelling over hun culturele erfenis na hun overlijden. “Je kan je mening toch niet aan het publiek opdringen”, relativeert hij peinzend. “Het enige dat je kan doen is je eigen ideeën en herinneringen vastleggen; dat heb ik gedaan in een boek. En verder zullen we het niet meer meemaken. Er is een gezegde: je bent pas dood als er niet meer over je wordt gepraat. Als dat waar is, dan houden we het in elk geval nog wel een paar jaar vol na ons overlijden.”

BuzzE