Astrid Joosten vindt het tijd voor taalquiz
HILVERSUM – Astrid Joosten vindt de tijd rijp voor een grote taalquiz op televisie. Vanaf donderdag 2 augustus presenteert ze op NPO 1 De S.P.E.L.-Show, waarin alles draait om de Nederlandse taal. “Het is beslist niet highbrow”.
“De S.P.E.L.-show is een groot spelprogramma in een grote tv-studio waarin 26 onbekende mensen die allemaal een letter uit het alfabet vertegenwoordigen het opnemen tegen drie bekende Nederlanders. In beide groepen is sprake van een afvalrace zodat er uiteindelijk twee finalisten overblijven die het tegen elkaar opnemen, dat is ontzettend spannend”, zegt Joosten.
In de vijf afleveringen die BNNVARA komende weken uitzendt gebeurt het volgens Joosten regelmatig dat een onbekende Nederlander met de hoofdprijs naar huis gaat. Leraren Nederlands zijn uitgesloten van deelname, zegt ze. “Ik wil achteraf geen gezeur. Niemand van de kandidaten heeft ervoor doorgeleerd. Iedereen heeft een gemiddeld taalniveau. Er doet een postbode mee, een stewardess, een student en mensen die erg van puzzelen houden. Bij de BN’ers zijn het ook niet alleen maar schrijvers, maar ook presentatoren, cabaretiers en acteurs.” Joosten ontvangt in de eerste aflevering Loretta Schrijver, Arthur Japin en Olcay Gulsen.
Behoefte aan taalprogramma’s
De show draait onder meer om spelling, grammatica en spreekwoorden. “Over alles wat we dagelijks gebruiken en op school geleerd hebben, maar vergeten zijn. Want hoe zit het ook alweer met het kofschip? En groter als of dan? Het is beslist niet highbrow. De show is leuk voor tieners, ouders en grootouders, van hoog tot laag opgeleid. Tijdens de opnames merkte ik al hoe leuk toeschouwers op de tribune het vonden om mee te doen. Anders dan een kennisquiz als 2 voor 12 hoef je voor De S.P.E.L.-Show geen boekenwurm te zijn of een grote algemene ontwikkeling te hebben. Iedereen kan meedoen.”
Joosten ontwikkelde de educatieve show zelf met het oog op het grote publiek van NPO 1. “De taalvaardigheid van Nederlanders gaat achteruit”, merkt ze. “Dat zie ik aan mailtjes die ik krijg. Als we redacteuren werven voor een programma krijgen we soms brieven en cv’s vol met taalfouten. Die mensen mogen dan een vak geleerd hebben, ze realiseren zich niet dat ze bij een sollicitatie ook op taalfouten worden beoordeeld. Briefschrijvers die niet kunnen spellen, willen we niet. Ik ben van de generatie die alle zinnen ontleedt in onderwerp, gezegde, meewerkend voorwerp en ga zo maar door. Dat is er vroeger ingestampt. Maar ik maak ook fouten hoor. Ik zet de spellingchecker aan op de computer, maar de corrector weet niet wanneer je gebeurt of gebeurd dient te schrijven. We vertrouwen teveel op autocorrectie.”
Vorig jaar stopt de NTR met het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Joosten noemt het jammer, maar een terechte beslissing dat het jaarlijkse dictee niet meer wordt uitgezonden. “In het begin was het leuk, met de blocnote op schoot. Het przewalskipaard was nog grappig, maar latere schrijvers van het dictee wilden elkaar steeds overtreffen in moeilijke woorden. Dat was uiteindelijk niet meer te doen. De NTR had dit eerder bij moeten sturen door het dictee interessant te houden voor een groot publiek. Ik weet zeker dat het dictee dan nog steeds had kunnen bestaan. De formule is niet bewaakt en dat was onnodig. Nu is er niks meer op televisie over taal. Daar ligt een gat. Ik merk dat er wel behoefte aan taalprogramma’s is.”
BuzzE