7 vragen aan: Dichter, classicus en schrijver Ilja Leonard Pfeiffer
Lola van Leeuwen
Ilja Leonard Pfeijffer is één van onze grootste schrijvers. Hij won de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba en oogstte roem met zijn bestseller Grand Hotel Europa. Onlangs kwam ‘Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting’ uit, Pfeijffers gebundelde NRC-columns over de coronaperiode in zijn woonplaats Genua, Italië, waar hij samenwoont met Stella.
- U woont het grootste deel van het jaar in Italië. Was u Nederland beu?
,,Ik heb veertig jaar lang met veel plezier in Nederland gewoond. Ik leidde er een rustig en comfortabel leven, maar ik had het heel erg nodig om ‘weg’ te zijn. Er was niets dat mij in Nederland nog verbaasde. Dat vond ik in Italië: het vermogen mij te verbazen. Maar ik ben nog vaak in Nederland, hoor.”
- In de zomer van 2008 bent u blijven ‘hangen’ in Genua. Wat is voor u de aantrekkingskracht?
,,Het was aanvankelijk helemaal niet mijn bedoeling om in Italië te blijven, maar ik werd verliefd op deze stad. Ik dacht: ik huur hier voor twee maanden een appartement… Ik woon er nu twaalf jaar.”
- U bent een van de huisschrijvers van Toneelgroep Maastricht, heeft de coronapandemie impact op dat werk?
,,Jazeker. Ik zou een nieuw stuk schrijven, maar dat is door corona een jaar uitgesteld. Voor de theatersector is dit een heel moeilijke tijd. Gelukkig heb ik ook ander werk. Een nieuwe roman? Daar ben ik nog over aan het nadenken. De rechten van Grand Hotel Europa zijn aan twintig landen verkocht en er zijn vertalingen in het Duits en Italiaans.”
- Grand Hotel Europa gaat over een uitgeblust Europa dat een museum is geworden voor massatoerisme. Nu met corona blijven toeristen thuis? Is dat beter?
,,Je zou hopen dat deze periode van stilstand een periode van reflectie zou zijn. Als we het virus overwonnen hebben, moeten we misschien niet terug willen naar de oude situatie. Maar wat is het alternatief? Venetië zonder toeristen is prachtig, maar de stad kan dan niet overleven. Je zult een alternatieve economie moeten creëren.”
- Heeft u als schrijver een vaste dagindeling?
,,Ik heb tegenwoordig een vast ritme, door Stella. ’s Ochtend breng ik haar naar haar werk in het kunstmuseum, dan ontbijten we onderweg samen. ’s Middags gaan we samen lunchen en ’s avonds haal ik haar op, dineren we en gaan we ergens dansen ofzo. Ik doe mee met haar werkdag.”
- Mooiste plaats in Nederland?
,,De mooiste stad is Leiden, dankzij de historie en de cultuur. De universiteit domineert het centrum en de vele studenten houden de stad jong. Leiden is als Amsterdam maar dan zonder de problemen van die stad.”
- Dierbaarste jeugdherinnering?
,,Aan mijn moeder. Als ze me ’s ochtend wakker maakte en ik nog even mocht blijven liggen terwijl zij het ontbijt klaarmaakte. Dat gevoel van geborgenheid.”
